Pups Beweging in de periode dat de groeischijven nog niet gesloten zijn

What is the logic behind not exercising puppies until the growth plates are closed
By Dr. Darryl Millis – mylamedog.com

Op 29 december 2019 publiceerde Dr. Darryl Millis het artikel “What is the logic behind not exercising puppies until the growth plates are closed” een artikel dat enorm goed ontvangen werd en direct wijdverspreid werd.

Omdat het artikel in het Engels is en de nuance van veel zaken hem in het taalgebruik zit heb ik Dr. Millis gevraagd of ik toestemming had het artikel te vertalen in het Nederlands. Dat dit nu gepubliceerd wordt, is omdat ik inderdaad die toestemming gekregen heb.

Als eerste wat achtergrondinformatie over de auteur van het artikel, Dr. Darryl Millis.

Dr. Darryl Millis is een professor in orthopedische chirurgie en heeft meer dan 30 jaar ervaring met orthopedie bij huisdieren. Daarnaast geeft hij al meer dan 25 jaar les in orthopedie aan de Universiteit van Tennessee voor de toekomstig dierenartsen en is hij het hoofd van CARES Center for Veterinary Sports Medicine op de universiteit.

Naast zijn werk als professor is Dr. Millis ook een vertegenwoordiger voor zowel “the American college of Veterinary Surgeons” als “the American college of Veterinary Sports Mediuciune and Rehabilitation” en een gecertificeerd revalidatie trainer voor honden waar hij zelf ook medeoprichter is van het opleidingsprogramma daarvoor.

Meer informatie over Dr. Millis kan gevonden worden op zijn eigen website https://www.mylamedog.com/about

Terug naar het artikel en de vertaling.

“What is the logic behind not exercising puppies until the growth plates are closed?”

De letterlijke vertaling is:
Wat is de logica achter het niet fysiek belasten van pups totdat de groeischijven gesloten zijn?

Een goede vraag, een vraag die denk ik al een behoorlijke tijd veel fokkers en hondeneigenaren bezighoudt. We kennen allemaal de waarschuwingen en de 5 minuten regel, maar we kennen ook allemaal de hond die je hele huis afbreekt als je je daartoe beperkt. Het artikel gaat in op de achtergrond, wat kan en wat niet kan en heeft daarbij ook studies waaraan gerefereerd wordt en waar mogelijk zal ik die studies ook linken.

Het is wel zo dat aangegeven anekdotes in de vertaling natuurlijk uit de USA komen en daar geldt voor garantie van fokker naar pupkoper en voor koopcontracten een iets andere cultuur dan dat wij hier in Nederland over het algemeen gewend zijn.

*vertaling*

Al jaren is het zo dat fokkers, trainers en hondeneigenaren zeggen dat pups eigenlijk bijna niks mogen qua training en belasting tot de groeischijven gesloten zijn. Als orthopedisch specialist ben ik ook wel gevraagd om van 12 maanden oude honden röntgenfoto’s te maken om zekerheid te hebben dat de groeischijven al gesloten zijn. Recent heb ik zelfs gehoord van een goed aangeschreven collega dat een pup koper een contract met een fokker had ondertekend dat de pup niet buiten kwam tot de groeischijven gesloten waren! Echt waar????

Waarschuwing vooraf, dit is een lang artikel. Ligt je interesse niet bij de wetenschappelijke achtergrond van dit artikel, sla dit dan over en ga direct naar het einde waar het een en ander samengevat wordt, onder het kopje samenvatting. Al denk ik dat de wetenschappelijke onderbouwing van dit artikel juist interessant is. Details is waar het om draait als je het hebt over de pups.

Enige jaren geleden tijdens een safari in Zuid-Afrika had ik het geluk om een roedel van de Afrikaanse Wilde hond van nabij mee te maken. Wat me opviel was dat deze honden, inclusief de jonge honden, heel de dag aan het rennen, spelen en stoeien waren met elkaar, ze hadden echt plezier samen. Ik vroeg me af, “wachten zij daar ook mee tot de groeischijven gesloten zijn?” Vervolgens dacht ik aan alle kinderen die actief zijn in sport, voetbal, basketbal, football, softball en meer. Vragen de artsen en ouders bij hun ook röntgenfoto’s om vooraf de status van het sluiten van de groeischijven te bepalen?

De vraag, of er humaan ook rekening gehouden werd met het sluiten van de groeischijven bij kinderen actief in de diverse sporten, heb ik neergelegd bij een bevriend humaan arts. Zijn reactie was dat hij niet op de hoogte was van enige bezorgdheid daaromtrent met uitzondering van zware krachtsporten als bijvoorbeeld gewichtheffen.

Terug naar het originele onderwerp en de adviezen zoals die jarenlang gegeven zijn en nog gegeven worden in veel gevallen. Hoe zijn deze adviezen ontstaan? En wat denkt de wetenschap van deze adviezen?

Is het misschien zo dat deze adviezen om de pups in de beginfase van hun leven te beperken zijn ontstaan zodat orthopedische problemen niet tot uiting komen en dat artrose en kreupelheid niet zichtbaar is, voordat de garantie die de fokker verleent verlopen is. Of is er wetenschappelijk bewijs dat de adviezen onderbouwt?

Om te starten, wat is een groeischijf? De groeischijf, ook wel epifysairschijf genoemd, is de plaats waar de pijpbeenderen, de lange beenderen, van zoogdieren langer worden, deze zorgen dan ook voor het op lengte komen van het bot. In basis is dit hoe de hond groeit. Groei zorgt voor het op lengte komen van het bot en door het op lengte komen van het bot groeien de ledematen.

Het sluiten van de groeischijven is redelijk voorspelbaar qua leeftijd op basis van het formaat van de hond. Kleine rassen, toy, mini, hebben over het algemeen de groeischijven al gesloten met 6 tot 8 maanden oud, terwijl bij de grotere rassen ze open kunnen blijven tot 14 of 16 maanden. Onthoud wel, dat de meeste hoogtegroei al compleet is, voordat de groeischijven volledig gesloten zijn.

Natuurlijk gebeuren er ongelukken waarbij een groeischijf breekt, maar vaak zijn dit soort breuken gerelateerd aan trauma zoals een aanrijding met een auto, een sprong vanaf grote hoogte of omvergelopen worden door een andere hond. En ja het klopt dat dit soort trauma vaak resulteert in het te vroeg sluiten van de groeischijven waardoor de poot korter blijft en soms verandert het ook de hoekingen van die poot, dat is vooral als het een deel van het lichaam betreft waar 2 botten verantwoordelijk zijn voor de lengtegroei zoals in de voorpoot de radius en de ulna. Bij een breuk in een groeischijf in een van de voorpoten is het vaak in de ulna waardoor daar de groei stopt en de radius blijft dan doorgroeien. Alleen kan ik echt naar eer en geweten me niet een situatie voor de geest halen waarbij groeischijven vroegtijdig gesloten zijn door enkel beweging of normale krachttraining.

Hoe zit het dan met beweging, oefeningen en het risico voor de gewrichten?

In Noorwegen is er een studie gedaan naar aan beweging gerelateerde risico factoren met betrekking tot de ontwikkeling van op röntgenfoto’s zichtbare heupdysplasie onder de rassen Newfoundlander, Labrador Retrievers, Leonbergers en Ierse Wolfshonden (Krontveit, et al. Am J Vet Res 2012;73:838-846 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/22620698 )

Het onderzoek wees uit dat er waarschijnlijk een toename in de aanwezigheid van heupdysplasie was bij pups die tussen de geboorte en de leeftijd van 3 maanden trappenliepen.

Een andere studie evalueerde de voeding, beweging en het gewicht als risicofactoren voor heupdysplasie en elleboogdysplasie bij Labrador Retrievers  (Sallander et al, J Nutr 2006, 136:2050S-2052S https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16772494). Vrij voer (ad libitum) ter beschikking was zeer duidelijk geassocieerd met de gewrichtsafwijkingen, ook al was het maar een kleine testgroep waar gebruik van is gemaakt tijdens dit onderzoek.

Rennen achter ballen en stokken gegooid door de eigenaar is ook vastgesteld als een van de hogere risico factoren. Slater et al (Am J Vet Res.1992, 53:2119-24 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/1466510 ) stelde ook vast dat abrupte bewegingen, zoals ontstaan bij zaken als achter een bal of een stok die door de eigenaar gegooid wordt aanrennen, een grotere kans geeft op het ontwikkelen van OCD. Een afwijking die vooral voorkomt bij grote tot extreem grote rassen en die resulteert in verdikt kraakbeen in de gewrichten zoals het schoudergewricht, in een zwakker deel van het kraakbeen kan dit dan afbreken wat problemen en pijn geeft in het gewricht. Er wordt ook gesproken over trauma, zoals springen (landen), waardoor het bot onder het kraakbeen aangetast kan worden wat uiteindelijk ook in een verdikt kraakbeen kan eindigen waardoor dezelfde problemen, het afbreken van een stuk van het zwakkere kraakbeen, kan ontstaan. Maar, het ras, de genetische eigenschappen en het voer lijken een grotere bijdrage te leveren aan het ontstaan van OCD dan belasting van de gewrichten.

Bovenstaande geeft daarmee aan dat abrupte bewegingen en bewegingen met een grotere krachtsexplosie misschien risicofactoren zijn voor sommige gewrichtsaandoeningen. Neem met betrekking tot bovenstaande onderzoeken wel mee dat er bij geen van de studies volledig rekening is gehouden met de genetische component op het gebied van gewrichtsaandoeningen van de honden. Daarnaast is er al redelijk goed onderbouwd bewijs dat als een pup overgewicht heeft de kans op een gewrichtsafwijking daardoor ook al groter wordt.

Desalniettemin is het verstandig om abrupte bewegingen en explosieve activiteiten, tijdens de maanden dat de botstructuur zich ontwikkeld, te vermijden.

Maar wat met betrekking tot gewone beweging, normale beweging?

Dit is waar het interessant gaat worden en meer details zijn te vinden in het hoofdstuk “Resonses of Musculoskeletal Tissues to Disuse and Remobilization in our Canine Rehabilitation ann Physical Therapy book”

Belangrijk is om wel in ogenschouw te nemen dat de benoemde studies rassen hebben gebruikt die bekend staan om een laagrisico op elleboogdysplasie, heupdysplasie en OCD.

Normale beweging zet druk op het kraakbeen in een gewricht, het gewricht wordt daardoor geconditioneerd om de druk, stress, die opgebouwd wordt te kunnen verwerken. Lichte tot gemiddelde inspanning zoals rennen van de honden kan daardoor aanpassing van het gewricht stimuleren.

De meeste studies die een gemiddelde inspanning met normale bewegingsbelasting (lopend en rennend) tonen geen schade aan het gewrichtskraakbeen. Hierbij wordt er wel vanuit gegaan dat er geen abnormale biomechanische krachten op de gewrichten werken zoals heupdysplasie, elleboogdysplasie of gescheurde kruisbanden, want beweging veroorzaakt wel een versnelde ontwikkeling van artrose in afwijkende gewrichten.

Jonge Beagles die dagelijks 4 kilometer met een snelheid van 4 kilometer per uur aflegden onder een helling van 15 graden op een loopband voor een duur van 15 weken hadden totaal geen schade aan hun kraakbeen en hadden 6% meer stevigheid en 11% meer dikte van het kraakbeen. Allemaal positieve veranderingen van het kraakbeen. Ook het lopen van 20 kilometer per dag op een loopband voor een periode van 15 weken gaf geen verdere veranderingen. Honden die qua skelet nog niet uitgegroeid waren, maar toch 15 weken lang 40 kilometer per dag liepen hadden ook geen verandering in het kraakbeen. Maar 20 kilometer dagelijks voor bijna een jaar resulteerde in een afname van 6% van het kraakbeen bij de binnenste dijbeenknobbel (condylus medialis femoris) met 11% afname van het proteoglycan, het deel van het kraakbeen dat het de stijfheid en slijtagebescherming geeft.

In vergelijkbare studies waarbij er 40 kilometer per dag gerend werd en gekeken werk naar het effect van de training voor de duur van 1 jaar op het gewrichtskraakbeen van de jonge hond was geen zichtbare schade aan het gewrichtskraakbeen, maar werd wel ontdekt dat het kraakbeen zachter geworden was. Dit zijn allemaal natuurlijk enorme afstanden. Denk zelf maar eens aan het lopen van een marathon 5 dagen van de week voor een periode van 1 jaar. Forrest Gump stijl, “Run Forrest Run” zonder enige reden gewoon blijven rennen.

Inspannende training voor oudere honden kan resulteren in schadelijke veranderingen. Werken met oudere honden op een loopband tussen de 9,6-12,8 kilometer per uur voor 1 uur per dag, 6 dagen van de week voor een periode van 8 maanden zorgde voor een kraakbeen slijtage bij de heupkop, een deel van het heupgewricht. De proteoglycanen waren afgenomen en er was schade aan de collageen vezels en erosie van de vezels op het kraakbeen oppervlak. Maar wederom, dat is veel, heel veel beweging.

Hoe zit het dan met levenslang op een lager intensiteitsniveau bewegen?

In een andere studie zijn honden op een lagere intensiteit getraind op de loopband. 3 kilometer per uur voor de duur van 75 minuten, 5 dagen per week en voor 527 weken (10 jaar!) terwijl ze gewichtsvesten met 30% van het lichaamsgewicht toegevoegd droegen waardoor het totaalgewicht op 130% van het lichaamsgewicht kwam. Deze studie heeft geen ligament, meniscus, kraakbeen of botafwijkingen aangetoond. De biochemische aspecten, kraakbeendikte en de biomechanische aspecten waren niet veranderd bij deze training.

Deze resultaten doen voorkomen dat een leven lang trainen op een relatief laag inspannend niveau bij honden met normale gewrichten geen schade toebrengt aan het kraakbeen.

Samenvatting

Wat kunnen we uit bovenstaande concluderen met betrekking tot trainen met pups?

Het belangrijkste hierin is dat de pups vrij zijn van heup- en elleboogdysplasie en ook vrij van de genetische aanleg voor afwijkingen als OCD.

Qua omgevingsfactoren is het het belangrijkste om de pup schraal te houden en om overgewicht te voorkomen.

Abrupte bewegingen en bewegingen met een hoge impact zoals springen van hoogte en kort draaien moet waar mogelijk vermeden worden tot de hond volwassen is en dan nog pas gevraagd worden na een periode van correcte conditionering, lichaamsbewustzijn en krachttraining.

Er is geen bewijs dat normale beweging kan resulteren in schade aan de groeischijven van de jonge honden. Sterker nog, beweging in de vorm van rustig op een gematigd tempo lopen zoals bijvoorbeeld op een loopband is op basis van diverse onderzoeken juist bevorderend voor het ontwikkelen van normale gewrichten. Schade aan het gewrichtskraakbeen door overbelasting vraagt een enorme belasting en enorm veel beweging. 1 uur per dag joggen lijkt zelfs de gezondheid van het gewrichtskraakbeen ten goede te komen op basis van de onderzoeken die gedaan zijn. Maar afstanden afleggen op een hogere snelheid en voor een langere afstand, 20 – 40 kilometer per dag, kan resulteren in schadelijke veranderingen van het kraakbeen.

Honden zijn gemaakt om te rennen, om afstanden af te leggen. Daarnaast helpt normaal puppy spel de hond om de juiste spieren, ligamenten, pezen, botten en kraakbeen te ontwikkelen en ook om coördinatie en lichaamsbewustzijn te ontwikkelen. Terugkijkend op de Afrikaanse Wilde hond, dat is misschien wel de reden dat ze zoveel rennen en spelen.

Noora Waltari vroeg om de referenties met betrekking tot de onderzoeken naar de beweging en belasting van de honden en vele anderen zijn daar waarschijnlijk ook in geïnteresseerd. Wat interessant is, is dat veel van de wetenschap met betrekking tot beweging en sport voor mensen onderzocht is met behulp van honden, al zijn er natuurlijk ook grote verschillen tussen mens en hond. Maar omdat veel van deze originele literatuur bedoeld was voor de humane onderzoeken is het ook veelal gepubliceerd in de kringen rondom de humane wetenschap en daardoor zijn deze onderzoeken in de veterinaire wereld niet altijd even bekend.

Zoals vermeld zijn deze studies ook samengevat in “the Responses of Musculoskeletal Tissues to Disuse and Remobilization chapter” in het “Canine Rehabilitaiton and Physical Therapy book” Maar hieronder de geciteerde referenties uit dat hoofdstuk.

Kiviranta I, Jurvelin J, Tammi M, et al: Weight bearing controls glycosaminoglycan concentration and articular cartilage thickness in knee joints of young beagle dogs, Arthritis Rheum 30:801-809,1987

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/3619962

Jurvelin J, Kiviranta I, Saamanen AM, et al: Partial restoration of immobilization-induced softening of canine articular cartilage after remobilization of the knee (stifle) joint, J Orthop Res 7:352-358, 1989

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/2703928

Palmoski MJ, Brandt KD: Effects of static and cyclic compressive loading on articular cartilage plugs in vitro, Arthritis Rheum 27:675-681, 1984

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/6732884

Radin EL, Martin RB, Burr DB, et al: Effects of mechenical loading on the tissues of the rabbit knee, J Orthop Res 2:221-234, 1984

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/6436458

Donohue JM, Buss D, Oefema TR, et al: The effects of indirect blunt trauma on adult articular cartilage, J Bone Joint Surg Am 65:948-957, 1983

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/6885875

Wang J: Response of calcified cartilage to blunt trauma. Chinese J Sports Med (Beijing) 9:65-66, 1990

Hallett MB, Andrish JT: Effects of exercise on articular cartilage, Sport Med Arthroscopy Rev 2:29-37, 1994

Jurvelin J, Kiviranta I, Tammi M, et al: Effect of physical exercise on indentation stiffness of articular cartilage in the canine knee, Int J Sports Med 7:106-110, 1986

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/3754850

Kiviranta I, Tammi M, Jurvelin J, et al: Moderate running exercise augments glycosaminoglycans and thickness of articular cartilage in the knee joint of young beagle dogs, J Orthop Res 6:188-195, 1988

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/3278079

Jurvelin J, Kiviranta I, Saamanen AM, et al: Indentation stiffness of young canine knee articular cartilage – influence of strenuous joint loading, J Biomech 23:1239-1246, 1990

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/2292603

Kiviranta I, Tammi M, Jurvelin J, et al: Articular cartilage thickness and glycosaminoglycan distribution in the canine knee joint after strenuous running exercise, Clin Orthop 283:302-308, 1992

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/1395265

Arokoski J, Jurvelin J, Kiviranta I, et al: Softening of the lateral condyle articular cartilage in the canine knee joint after long distance (up to 40 km/day) running training lasting one year, Int J Sports Med 15:254-260, 1994

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/7960320

Arokoski J, Kiviranta I, Jurvelin J, et al: Long-distance running causes site-dependent decrease of cartilage glycosaminoglycan content in the knee joints of beagle dogs,m Arthritis Rheum 36:1451-1459, 1993

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/7692860

Oettmeier R, Arokoski J, Roth AJ, et al: Quantitative study of articular cartilage and subchondral bone remodeling in the knee joint of dogs after strenuous running training, J Bone Miner Res 7(Suppl 2):S419-S424, 1992

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/1485550

Arokoski JP, Hyttinen MM, Lapvetelainen T, et al: Decreased birefringence of the superficial zone collagen network in the canine knee (stifle) articular cartilage after long distance running training, detected by quantitative polarised light microscopy, Ann Rheum Dis 55:253-264, 1996

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/8733443

Lammi M, Hakkinen TP, Parkkinen JJ, et al: Adaptation of canine femoral head articular cartilage to long distance running exercise in young beagles, Ann Rheum Dis 52:369-377, 1993

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1005052/

Vasan N: Effects of physical stress on the synthesis and degradation of cartilage matrix, Conn Tiss Res 12:49-58, 1983

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/6671382

Chang Qi, Huang Changlin: Effects of moving training on histology and biomarkers levels of articular cartilage, J Surg Res 135:352-363, 2006

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/16904690

Newton PM, Mow VC, Gardner TR, et al: The effect of lifelong exercise on canine articular cartilage, Am J Sports Med 25:282-287, 1997

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/9167804